Skip to content

20 juni

Dit is geen dagboek en toch.

Het stuk in The Economist kon ik niet ongelezen laten. Het verscheen in de rubriek “Books & arts”. Meestal staan daar recensies van pas verschenen boeken in. Dit artikel bespreekt niet één boek, maar verschillende tegelijk, en nieuw zijn ze allerminst. Het gaat over de dagboeken van Samuel Pepys, Virginia Woolf, George Orwell en Astrid Lindgren. En van kunstenaar-filmmaker Derek Jarman, wiens naam me bekend voorkwam en daar bleef het bij, tot mijn schaamte.

Dagboeken kunnen in tijden van crisis een bron van troost en inspiratie zijn, zegt de ondertitel. Over die therapeutische werking van het bijhouden van een dagboek hoor je de laatste tijd genoeg. Hoe goed het lezen van dagboeken past bij het hyperactieve denken in crisistijd waarin je voortdurend weggesleept wordt door groter of kleiner nieuws, besef ik nu pas. Even kun je binnenglippen in andermans wereld. Vrijblijvend, zodra je een dag of een episode gelezen hebt, maak je je weer uit de voeten. Doe je dat bij een boek, dan ben je de draad kwijt.

Ik herken dat. De roman die ik nu lees, lees ik in slakkentempo, en dan is het notabene nog de autobiografie van een virus.

Dagboeken zijn therapeutischer voor de lezer dan de schrijver, stelt The Economist, om vervolgens welsprekend af te sluiten:

Diaries can show people at their messiest. (..) At the best of times people are anxious, lonely, bitter, prejudiced, annoyed and confused. Encompassing all these feelings, diaries can be as expansive and gripping as fiction. They display the best and worst sides of their writers; they show readers that they are not alone in feeling scared or miserable. And reading the lives of others suggest that, even at times of crisis and distress, it is possible to find and grasp moments of joy.

A tall order, zou ik zeggen, en een tikkeltje hoogdravend. Misschien ook misplaatst, want zo dramatisch als het door de pest geteisterde Londen van Pepys of het Engeland tijdens de wereldoorlogen van Orwell en Woolf ziet onze situatie er niet uit. Een beetje afleiding verzorgen, hier en daar een plaagstootje uitdelen, daar zou ik al voor tekenen. Als ik al dagboeken zou schrijven. Wat ik niet doe, voor alle duidelijkheid.