Skip to content

19 juni

Afbeelding 1Xela via Shutterstock

Geen spatje leven

Eén op de twee Waalse gemeenten klaagt over de afgedankte mondmaskers, handschoenen en zakdoeken die sinds het begin van de coronacrisis de straten bevuilen. Of het nu om Wallonië, Palermo of Singapore gaat, zo’n bericht trekt altijd mijn aandacht. De vragen wellen direct bij me op. Zijn die klagende gemeentes gelijk verdeeld over de regio? Over hoeveel wild weggegooide maskers praten we? Welk deel vormt dat zwerfvuil van de totale hoeveelheid corona-afval, welk deel van de totale hoeveelheid afval? Voor België heb ik dat laatste getal al. 411 kg huishoudelijk afval per jaar produceert de Belg. Dat ligt wat onder het Europese gemiddelde van 489 kg. Maar ik wilde ook antwoord op die andere vragen.

BeWAPP, pour une Wallonie plus propre, was de organisatie die het bericht naar buiten heeft gebracht. Dat leek me een goed startpunt. De juiste contactpersoon was snel gevonden, BeWAPP beschikte over een heuse press relations officer. Blij zouden ze zijn met mijn belangstelling. Ik was immers een medestrijder – samen op de barricades voor een schoon Wallonië. Ik kon de zaak wat bekendheid geven over de grens. Dat mocht ik best een beetje aandikken, vond ik.

Wat had ik verwacht? Misschien geen bevlogenheid, maar een spatje leven op zijn minst. Maar de vrouw die ik aan de lijn had was niet onvriendelijk, ze was ook niet vriendelijk, ze was…ze was..ze was niet. Ongedefinieerd, apathisch en vlak op een manier die elke voorstelling te boven ging. Ik voer geanimeerdere gesprekken met de opties in een telefonisch keuzemenu.

Nee, ze kon me niet helpen. Na enig aandringen herhaalde ze dat één van de twee Waalse gemeenten last heeft van coronazwerfvuil. Herinnerde ze zich dat werkelijk? Of had ik het haar zojuist voorgezegd? Het was duidelijk: mijn rare vragen interesseerden haar niet. Net zo min als het hele onderwerp trouwens. Ik bedankte haar voor haar antwoord, hoewel we allebei wisten dat ze niets gezegd had.

Ik stelde me voor hoe ze na ons gesprek haastig het kantoor verliet, het was immers al tien voor vijf. Thuisgekomen zou ze haar masker weggooien, vast en zeker in de goede bak gooien. Ze zou haar partner aanklampen. “Zeg, vandaag is me toch iets geks overkomen.” Je mag dan wel communicatiemanager zijn, dat betekent nog niet dat je ook met mensen wilt praten.

Just a job. Natuurlijk. Waarom verwacht ik, naïeveling, altijd dat mensen bezieling hebben, dat ze binding voelen met hun baan? Ik kan me wel voor mijn hoofd slaan. Maar ik wil die getallen krijgen, en krijgen zal ik ze.