Eerlijk is eerlijk: het had een pak slechter gekund. Ik had verwacht dat de Nederlandse regering meer zou toegeven aan politiek en publiek. Maar dat deed ze nauwelijks: de coronamaatregelen blijven gehandhaafd tot 20 mei.
Grotendeels gehandhaafd, want basisscholen en crèches gaan weer open en kinderen mogen sporten. Dat is een slechte beslissing. Die extra circulerende kinderen, ouders, begeleiders, leerkrachten vormen in dit stadium een te groot risico. Een onnodig risico bovendien: met een paar weken verlenging ben je bij de zomervakantie aanbeland en win je nog eens twee maanden.
Langs de Europese meetlat doet Nederland het dit keer niet eens zo slecht. Er zijn landen die vroeger en meer versoepelen, zonder daar meer aanleiding voor te hebben. Maar mijn positieve gevoel verdwijnt vandaag alweer door zelfvoldaan commentaar van Jaap van Dissel. Door de maatregelen hebben we 23.000 IC-opnames vermeden, stelt hij. Je kunt en moet die som ook de andere kant op maken. Hoeveel besmettingsgevallen, IC-opnames, doden, economische schade had je kunnen voorkomen als je tijdig in actie was geschoten, als je lockdown minder rafelig en poreus, pardon, minder intelligent was geweest. Er zijn mensen die daar sommen over maken. Die kun je niet blijvend negeren, vooral niet omdat je er wat van kunt opsteken voor toekomstig beleid.
Mark Rutte sprak over het duivelse dilemma dat hem pijnigde. Je hebt een dilemma als een keuze twee bijna even belangrijke zaken precies andersom beïnvloedt. Je hebt een duivels dilemma als je één IC-bed hebt en twee patiënten die het nodig hebben. Dít is geen dilemma, en al helemaal geen duivels dilemma. Dit is hooguit een afweging, eentje waar Rutte en met hem alle westerse leiders mee worstelen. Ik weet precies wat er moet gebeuren, maar hoe vertel ik het mijn mensen? Hoe hou ik ze nog langer binnen?
Gisteren toonde Rutte moed. Maar hoe vaak nog, hoe lang nog?
Tweede Kamer wil breder panel van experts
Even koester ik hoop als ik het stuk in de Volkskrant lees. Ook de politiek heeft het nu begrepen. Het is hoogste tijd voor een analytischere aanpak dan je van politici, artsen en biologen kunt verwachten. Je snakt naar meer rede en minder buikgevoel.
“Alle coalitiepartijen dringen aan op het raadplegen van niet-medische deskundigen. Niet binnen het OMT, maar in een nieuwe adviesclub.”
Gert-Jan Segers van de ChristenUnie weet ook al hoe hij die club gevuld wil hebben.
“Met bijvoorbeeld een gedragswetenschapper, een econoom, een ethicus, een adviseur voor internationale samenwerking, een pedagoog, een psycholoog.”
Geen wiskundige, geen fysicus, geen chemicus, geen technoloog. Die blijven duimendraaiend, nagelbijtend en met hun tenen gekromd aan de kant. Beleidsadvies is immers iets voor experts.
De moed zinkt me in de schoenen.