Quarantaine: mag het ietsje minder zijn?
Best vreemd, als je erover nadenkt. Gênant zelfs. Je vindt van jezelf dat je een aardig mondje Frans en Italiaans spreekt. Toch is er een pandemie voor nodig om je te doen beseffen dat quarantaine iets met veertig te maken heeft. Beschaamd ga je op verkenning.
Quarantaine is terug te voeren tot de pest die Europa in de veertiende eeuw teisterde. De praktijk van het afzonderen van besmettelijke personen om verspreiding van infectieziekten tegen te gaan was toen al eeuwen oud. Maar nu werd ze systematisch toegepast in de havens van Ragusa en Venetië. Reizigers vanuit verre oorden werden eerst langere tijd geïsoleerd voordat ze voet aan wal mochten zetten. In het Venetië van de vijftiende eeuw werd daarvoor een periode van veertig dagen vastgelegd – naamgever voor de quarantena.
Waarom 40? Hoewel er in de loop der tijd medische argumenten gekomen zijn, heeft de keuze voor dat getal een puur bijbelse oorsprong. 40 dagen vind je er herhaaldelijk terug als de duur van boetedoening, van loutering na de zonde. Het geloof dat ziekte, en zeker de Zwarte Dood, de straf van God was, was wijdverbreid.
In zijn huidige betekenis deed het woord ‘quarantena’ tegen het einde van de 16e eeuw, tijdens de pest van San Carlo in Milaan, zijn intrede in de taal. Vanaf dat moment zwierf quarantena uit en vermenigvuldigde zich, zij het in gemuteerde vorm. In het Engelse quarantine is een a verdwenen, in het Duitse Quarantäne maakt de obligate Umlaut zijn opwachting. Het Nederlands richt zich naar het Frans en gebruikt het woord tel quel.
Een coronaquarantaine duurde tot nog toe in de regel 14 dagen – weer, die hardnekkige 4. Enkele landen, waaronder Nederland, hielden het op 10 dagen. 40 dagen al dan niet vrijwillige isolatie is niet meer van deze tijd. Zelfs 10 of 14 dagen is te lang. De quarantaineduur staat onder druk. In de meeste Europese landen wordt driftig gedebatteerd over verkorting. We leven sneller, we hebben snellere ziektes, we ontsmetten sneller. Alles gaat sneller vandaag.
Of toch niet? Ongeduld is van alle tijden. Rijke handelaren kochtten zich vrij uit de middeleeuwse quarantaine. Ze hielpen zo mee de pest vanuit de mediterrane zeehavens over het Europese continent te verspreiden.
L’Accademia della Crusca vertelt hoe al in 1577, twee jaar na de uitbraak van de pest van San Carlo, ervoor werd gepleit om een quarantena van 15 dagen in te voeren. In het Italiaans is quarantena dan al losgekoppeld van het getal 40.
Dat is tot op vandaag zo gebleven. Helemaal alleen sta ik dus niet in mijn tijdelijke woordblindheid. De Italiaan hoort iets wat op 40 lijkt, maar beseft dat niet. Het heeft ermee te maken dat je quarantina, een bijna-homoniem, gebruikt als je een veertigtal bedoelt. Het heeft er ook mee te maken dat er een volwaardig alternatief voor quarantena bestaat: contumacia.
Hoe anders is dat in het Frans! Quarantaine heeft er de dubbele betekenis: veertigtal en isolatie. De Franstalige leest quarantaine, en denkt ergens in zijn achterhoofd aan 40. Al snel in deze pandemie gingen er daarom stemmen op om het woord quatorzaine te gebruiken. Dat stuitte op een ander probleem. Het Frans heeft namelijk al de perfecte term voor 14 dagen en dat is, juist, een quinzaine. Een vijftiental dus.
Hoe dat komt? Misschien doordat 15 een halve maand is, een afgeronde vorm van 2 weken. Of doordat het aftelpunt wordt meegeteld. Vandaag is dag 1; de 15e dag, precies als de 2 weken rond zijn, is het slotakkoord.
De quatorzaine is niet echt van de grond gekomen. En ze kreeg haar voorlopige doodsteek toen Frankrijk onlangs als eerste Westeuropees land besloot de quarantaine terug te brengen tot 7 dagen. Zelfde probleem, déjà vu: een septaine ligt niet lekker, een huitaine wel, maar dans huit jours is over een week.
Aan quarantaine zal voorlopig niet meer getornd worden, in welke taal dan ook. De quarantaine overleeft het wel. Ook al duurt ze straks nog maar 4 dagen. Of dat trouwens een goed idee is, is een ander verhaal.