Christo is dood. Amper enkele dagen eerder had ik hem tot leven gewekt als inspirator van Guy in Mooi cadeau. Zoals ik wel vaker doe was ik daarna nog wat nieuwsgierig gaan dwalen op Internet. Ik las over zijn Bulgaarse jaren, las dat Jeanne-Claude, zijn vrouw en compaan in de kunsten, in 2009 overleden was. Het eerste heb ik ooit geweten, het tweede was me helemaal ontgaan.
Vandaag lees ik over zijn overlijden. Doodsoorzaak onbekend, dat hoor je nog maar weinig. Zou ik een bijgeloviger mens zijn, dan zou ik denken dat ik daar een rol in gespeeld heb. Dat ik door mijn Google-gezoek de goden opmerkzaam gemaakt heb op een 84-jarige man die ze uit het oog verloren waren. Maar niemand leest mijn verhalen, en de goden al helemaal niet. Soms is dat een geruststellende gedachte.
Christo was natuurlijk helemaal niet vergeten. Nog in 2016 was ik op hem, op zijn werk gestuit. Omdat ik toch in de buurt was en een paar uur te doden had, wilde ik The Floating Piers bezoeken. Over het Lago d’Iseo had hij een watertapijt van 5 kilometer aangelegd. Wandelen over water: een knipoog van een megalomane messias.
Die spontane opwelling van me bleek naïef. Ik ben er nooit gekomen. Ik schoof aan in ellenlange files die beloofden dat het tjokvol zou worden. De moed zonk me steeds dieper in de schoenen en ik heb rechtsomkeert gemaakt. Later begreep ik dat in twee weken tijd 1,5 miljoen mensen de weg naar Sulzano, een dorp van nog geen tweeduizend zielen, gevonden hadden.
Volgend jaar heb ik nog een herkansing. Het inpakken van de Arc de Triomphe gaat door. Maar ik heb mijn les geleerd, had het al nooit op toeristische attracties en nu minder dan ooit. Gelukkig heb ik dat verzegelde huis van Guy nog, helemaal voor mezelf. Ik kan het bekijken wanneer ik wil, al kom ik nooit binnen.
Afbeelding: michelangeloop/shutterstock