Skip to content

30 juni 2021

Gelijke dieren, en toch een tikkeltje anders

Het is meer dan virusangst. Hoezeer virtuele vergaderingen me ook de keel uithangen, ik heb een grote weerzin om weer op pad te gaan voor mijn werk. Ooit was ik dol op dat soort reizen. Dat had weinig te maken met de werkbezoeken die ik moest afleggen, alles met wat ik kon doen als de besprekingen en vergaderingen achter de rug waren. Spontaan gaan en staan waar  je wilt, het liefst moederziel alleen, met de alledaagse routine op de pauzeknop: ik genoot ervan. Zelfs het grauwste industriegebied verbergt wel ergens een mooi geheim.

Dat aspect is verdwenen, reizen met restricties is niet hetzelfde. Daarom trok het verhaal in The Guardian waarschijnlijk mijn aandacht. Engeland blijkt een quarantine light te hebben ingevoerd voor toplui uit het zakenleven. Light is nog een te zwaar woord: er is gewoon geen quarantaine. Je moet negatief getest zijn en je houden aan de COVID-regels. Er zijn wel eisen aan verbonden: het moet geen standaardklus zijn, je moet een bedrijf of banen redden, of allebei, of iets nieuws opzetten. Daar ben ik mijn hele leven al mee bezig, dus waarom niet.

Dan zie ik één van de voorwaarden. Je eigen firma moet meer dan 50 werknemers tellen. Dat is vanzelfsprekend om misbruik door kleinere firma’s tegen te gaan.

Wat heeft het o zo zakenvriendelijke Britse kabinet niet begrepen van economie en zakenleven? Misschien dat de motor van vernieuwing juist schuilt tussen al die zogenaamd op misbruik beluste baasjes van miniscule bedrijven?

Ten tijde van middeleeuwse pestepidemieën kocht de zakenelite zich vrij uit quarantaine in mediterrane havens en verspreidde zo de pest over heel Europa. In hedendaags Engeland krijgt ze een vrije toegangskaart van de overheid.

Zelfs als ik zou willen, hoor ik niet bij die elite. Ik kijk naar mijn onbeduidende zaak met ambitieuze plannen en te weinig werknemers, en kruip weer achter mijn scherm. Dat reizen komt wel weer eens.

Titelafbeelding: Golden Sikorka via Shutterstock