De dag van de vrijheid
Vandaag heb ik uitgeroepen tot dag van de vrijheid en besluit ik uit te breken. Ik ben niet de enige. Iedereen neemt de benen vandaag. Logisch: het is een stralende dag en 16°C.
De lente kwam onaangekondigd en precies één maand te vroeg. Een week terug rilden we nog bij min veertien. Ooit voelde ik in Siberië bij twee bezoeken kort op elkaar een verschil van vijftig graden. Maar dit is geen Siberië, al is het de verste reis die ik sinds het uitbreken van de pandemie ondernomen heb.
Iedereen zoekt vandaag de zee, de bossen. Ik zoek de Nijvelse Nijverheidsstraat, op zoek naar overblijfselen van wat ooit moderne architectuur was. Mijn missie mislukt, en ook weer niet. Ik kijk mijn ogen uit in het Waalse Brabant. Ik negeer de afslag naar Rèves, een plaatsnaam om nooit te vergeten, maar ik hou liever de illusie in stand. Wel stop ik in Sart-Dames-Avelines, een naam die ik juist direct weer zal vergeten als ik hem niet opschrijf. J’ai la patate, heet het plaatselijke frietkot. Precies zo voel ik me vandaag. Dan rij ik naar huis en voel me een stuk lichter. Het smaakt naar meer.